Download document

DE WEVER, Bruno



Greep naar de macht

…..
Het belang van de Frontbeweging voor het Vlaams-nationalisme


Ongeacht de juiste omvang van de Frontbeweging in het IJzerleger, los van de vraag in welke mate ‘de Vlaamse gedachte’ werkelijk een mobiliserend effect had buiten de kring van Vlaamsgezinde intellectuelen, in het midden gelaten of de Frontbeweging werkelijk in een prerevolutionaire fase was gekomen, moet men vaststellen dat de Vlaamse agitatie aan het front post factum een fundamentele betekenis kreeg voor het Vlaams-nationalisme. De collectieve ervaring van de agitatie en vooral de collectieve herinnering aan ‘het Vlaamse lijden’ zal een onuitputtelijke bron worden voor de werving van de Frontpartij en later van het VNV. Ik heb de Frontbeweging hierboven precies daarom de funderingsmythe van het Vlaams-nationalisme genoemd. Niet omdat het sociale onrecht waaronder de Vlamingen te lijden hadden een mythe zou geweest zijn, maar omdat het verhaal van de Frontbeweging een mythische functie had (en heeft): het is het verhaal van de geboorte van het idealistische Vlaanderen dat zich losrukt van de anti-Vlaamse Belgische Staat.

Op een ander niveau, nl. dat van het politieke personeel, is het belang van de Frontbeweging voor deze studie over het VNV direct aanwijsbaar. Het driemanschap dat de dagelijkse leiding van de clandestiene organisatie waarnam - ‘ruwaard’ Adiel Debeuckelaere en de ‘geheimschrijvers’ Hendrik Borginon en Filip De Pillecyn - vinden we terug in het VNV. De eerste twee als verkozen mandatarissen, de laatste tijdens de Tweede Wereldoorlog als vooraanstaand VNV'er in de cultuurpolitiek. Hilaire Gravez, leider van de Frontbeweging in de belangrijke 2de divisie, zal lange tijd het Algemeen Vlaams Nationaal Jeugdverbond leiden. Alle vier waren zij lid van de zg. ‘Legervergadering’, het leidend orgaan van de Frontbeweging. Frans Daels, die geen lid was van de ‘Legervergadering’ maar die toch wordt beschouwd als een van de leiders van de beweging zal tijdens de Tweede Wereldoorlog toetreden tot de Raad van Leiding van het VNV.

…..
De verkiezingsoverwinning van 1936 verhoogde het prestige van Staf De Clercq. Voor zijn eigen troepen was hij de man die het Vlaams-nationalisme naar de grootste stembusoverwinning had geleid. Het kwam zijn imago van autoritair leider uiteraard ten goede. Dat imago werd doelbewust verder uitgebouwd. In gedrukte richtlijnen uit 1936 ten behoeve van het VNV-kader werd bij het optreden van de leider al voorzien in een heus protocol. Hij moest begeleid worden door een erewacht en met een speciale groet onthaald. In een brochure voor militanten werd voorgeschreven dat mededelingen van de leider tijdens een kernvergadering staande voorgelezen en aangehoord moesten worden. De Clercq zou niet meer verschijnen op plaatselijke vergaderingen, aldus de richtlijnen. Alleen op gouw - en arrondissementsvergaderingen en op grote volksvergaderingen zou hij nog aanwezig zijn. Hij zou zich ook niet meer vertonen op grote bijeenkomsten als IJzerbedevaart en Vlaams Nationaal Zangfeest waar hem geen bijzondere behandeling te beurt viel:
…..
Het VNV had groen licht gekregen van het Militaire Bestuur. We moeten deze beslissing passen in het raam van de Flamenpolitik van het Militaire Bestuur. Het Militaire Bestuur besloot van in den beginne een actieve Flamenpolitik te voeren. De intenties ter zake komen duidelijk naar voren in een uitvoerig document dat de Militärbefehlshaber op 31 juli 1940 naar het OKH zond. In feite werd het document opgesteld door de Chef van het Militaire Bestuur, Präsident Eggert Reeder. Hij was onder Alexander von Falkenhausen verantwoordelijk voor het uitstippelen en toepassen van de politieke beslissingen van de bezettingsadministratie. Reeder liet zich bij het opstellen van het document adviseren door de historici Werner Reese en Franz Petri, beiden als Kulturreferenten aan zijn administratie verbonden. Beide historici waren goed bekend met de situatie in Vlaanderen. Dat geldt vooral voor Petri die doctoreerde over de vorming van de taalgrens. Petri was ook betrokken bij de vooroorlogse DeVlag. Franz Thedieck, Reeders Generalreferent voor politieke aangelegendheden, werkte er eveneens aan mee.

…..
Tijdens de Algemene Raad van 14 augustus 1943, exact twee jaar nadat Elias tijdens een redevoering op de Duits-Vlaamse Cultuurdagen voor het eerst in het openbaar een scherpe waarschuwing had laten horen aan het adres van de DeVlag, brak hij radicaal elke samenwerking af met de SSs-instanties. Het is een uniek feit in de Europese bezettingsgeschiedenis.

Er is jammer genoeg geen tekst bewaard gebleven van deze cruciale redevoering. In zijn naoorlogse geschriften geeft Elias merkwaardig genoeg een uiterst beknopt relaas over zijn optreden. Hij schreef dat hij op de vergadering een overzicht gaf van de bestaande moeilijkheden en dat hij de beslissing meedeelde dat het VNV de rekrutering voor het Vlaams Legioen staakte en voortaan ook niet meer meewerkte met de zg. Germaanse initiatieven van de SS-Langemarckstudium, HJ-weersportkampen, Germaanse Landdienst, Erweiterte Kinderlandverschickung enz. Het was, zo schreef Elias, een regelrechte uitdaging aan de sterkste macht in Duitsland. Hij verwachtte dan ook drastische gevolgen.

…..


Oostfronters

…..
Van meet af aan engageerde het V.N.V zich in de collaboratie. Reeds op 3 juni bood De Clercq aan von Falkenhausen de diensten van het V.N.V. aan. “Het V.N.V. dat 30.000 mannelijke leden telt, stelt zich volledig ter beschikking met raad en daad”. Reeder liet verstaan aan het V.N.V. dat hij het onmogelijk kon aanvaarden als het zijn Diets standpunt niet liet varen. Hij greep op dit vlak trouwens onmiddellijk in door artikels in ‘Volk en Staat’ aangaande de Dietse staatsvorming te censureren. Op 10 november ’40 was De Clercq zover om een eerste maal te capituleren: hij stelde dat hij niet meer over grenzen zou spreken; Duitsland zou dat doen, als overwinnaar. Het kwam erop neer dat het V.N.V. Dietsland in de koelkast stopte. Hij, noch zijn opvolger Elias, zal van Duitsland ooit één belofte loskrijgen aangaande de toekomst van Vlaanderen in een nieuw geordend Europa. Dit belette de leider van het V.N.V. niet om zijn organisatie politiek en militair in te zetten aan de zijde van Duitsland.

…..