Download document

HANLO, Jan


Zo meen ik dat ook jij bent

Zo meen ik dat ook jij bent

zoals de koelte 's nachts langs lelies

en langs rozen

als wit koraal en parels diep in zee

zoals wat schoon is rustig schuilt

maar straalt wanneer ik schouwen wil

zo meen ik dat ook jij bent

als melk

als leem

en 't bleke rood van vaal gesteent

of porselein

zoals wat ver is en gering

en lang vergeten voor het oud is

zoals een waskaars en een koekoek

en een oud boek en een glimlach

en wat onverwacht en zacht is en het eerste

en wat schuchter en verlangend en vrijgevig

gaaf maar broos is

zo meen ik dat ook jij bent



Hond met bijnaam Knak


God, zegen Knak

Hij is nu dood

Zijn tong, verhemelte, was rood

Toen was het wit

Toen was hij dood

God, zegen Knak


Hij was een hond

Zijn naam was Knak

Maar in zijn hondenlichaam stak

Een beste ziel

Een verre tak

Een oud verbond

God, zegen Knak


Waarover zal ik zingen


Waarover zal ik zingen
over regenjassen over het lover van geboomte
of zal ik van de liefde zingen


Waarover zal ik zingen over vliegmachines
blinkend aluminium in de zon en blauwe lucht
of zal ik zingen over de liefde


Over auto's over steden en historie
of zal ik zingen over de liefde


Over vele vreemde dingen
over de gewone
of zal ik zingen over de liefde


Over bloemen over water
over mooie dingen of wat droevig is
of zal ik zingen over de liefde


Over tabak en vriendschap
over geur en wijn
over schepen zeilen meeuwen over ellende
over de ouderdom over de jeugd
of zal ik over de liefde zingen



Ik noem je bloemen etc.


Ik noem je: bloemen

ik noem je: merel in de vroegte

ik noem je: mooi


ik noem je: narcissen in de nacht

waaroverheen de wind strijkt

naar mij toe


ik noem je: bloemen in de nacht