DEN BRABER, Gerrit
Mijn Gebed
Dit is uw orgel Heer,
Dit is uw kerk,
Ik loop zo maar binnen Heer,
Net van mijn werk
Niet voor de priester Heer, of het antiek
Ik kom alleen maar Heer, voor de muziek
Is het bezwaarlijk Heer, dat ik hier zit?
Maakt het wat uit o Heer, dat ik niet bid?
Ik Ben niet hervormd of zo, niet katholiek
Ik kom alleen maar Heer, voor de muziek
Ik kom hier vaker Heer, haast elke week
Nooit bij een zondags dienst
Nooit voor de preek
Als je alleen bent Heer, zonder publiek
Nou dan geniet je meer van de muziek
Ik had een rotdag Heer, 't lukte niet best
Ik werd door collega`s, Heer, ook nog gepest
Het komt door het orgel Heer, door uw trompet
Ik kwam haast ongemerkt door tot een gebed
Sophietje
Zij dronk ranja met een rietje, mijn Sophietje
Op een Amsterdams terras
Zij was Hollands als het gras
Als een molen aan een plas
Ik wist niet wat ik moest zeggen
Uit moest leggen
Iets wat Cupido wel weet
Dat ze mij meteen iets deed
Meteen iets deed
Ik zag meisjes in Parijs en in Turijn
In Helsinki, in Londen en Berlijn
Waar ik op de wijde wereld was
Zij mochten er wel zijn
Maar de mooiste van de mooiste is Sophie
In de liefde is ze zeker een genie
Want een meisje als Sophietje is een lentesymfonie
In haar stem hoor ik een liedje, melodietje
't Is een liedje met een lach
Dat ik hoor sinds ik haar zag
Sinds ik haar zag
Ik zag meisjes in Parijs en in Turijn
…..
Zij dronk ranja met een rietje, mijn Sophietje
Op een Amsterdams terras
Toen wist ik dat mijn Sophie de liefste was