Download document

REYNEBEAU, Marc



Een geschiedenis van België

…..
De stedelijke elite vulde met haar Burgerwacht het machtsvacuüm op en ze kreeg er schik in. De Burgerwacht trok als snel ook politieke bevoegdheden naar zich toe. Noch de Nederlandse overheid noch het Brusselse stadsbestuur kon immers een alternatief leveren voor de eerste prioriteit van het moment, de openbare veiligheid. Dat verschafte de Burgerwacht een feitelijk machtsmonopolie. Zowel de katholieke als de liberale oppositie nam eraan deel. Het was geen toeval dat al vanaf 28 augustus, de derde dag van de opstand, de notulen van de Brusselse gemeenteraad niet langer in het Nederlands, maar in het Frans werden opgesteld.

Op 11 september, goed twee weken na de eerste rellen, werd de gewijzigde politieke situatie ook zichtbaar. Toen creëerde de Burgerwacht in zijn schoot een Commissie voor Openbare Veiligheid, die op 23 september werd omgevormd tot een Commissie voor Openbare Orde. Zo verlengde en institutionaliseerde de Burgerwacht zijn feitelijke macht. En hij groeide uit tot een politiek orgaan toen hij met de regering in Den Haag ging onderhandelen over de toekomst van België. De Commissie voor Openbare Orde onderging al na één dag een volgende transformatie en noemde zich de Voorlopige Bestuurscommissie.

Nog eens twee dagen later, op 26 september, groeide daaruit, heel consequent, het Voorlopig Bewind, niets minder dan een feitelijke interim-regering van België. De belangrijkste leden hiervan waren baron Emmanuel van der Linden d’Hoogvorst, het hoofd van de Brusselse Burgerwacht, en de Luikse advocaat Charles Rogier, de leider van Luikse vrijwilligers die begin september naar de hoofdstad waren afgezakt. Al na twee dagen tekende zich in het Voorlopig Bewind een opvallende machtsverschuiving af. Ze stelde vooral een eind aan de rol van de (vooral Brusselse) officieren van de Burgerwacht, in het bijzonder van de tot dan toe zeer prominente Van der Linden d’Hoogvorst. Hij zou zich tevreden moeten stellen met de benoeming voor het leven, op 31 december, tot hoofd van de Belgische Burgerwacht.

……
Van Destrée zijn overigens ook enkele antisemitische uitspraken bekend, onder meer in de zaak-Dreyfus. Destrée weigerde zich aan de kant van de schrijver Emile Zola te scharen, niet alleen omdat hij dacht dat de Franse legerofficier Alfred Dreyfus wel degelijk schuldig was aan het verraad dat hem ten laste was gelegd, maar vooral omdat Dreyfus een Jood was.

…..
Het leek erop alsof de Koningskwestie het land verdeelde in een katholiek en behoudend Vlaanderen en een vrijzinnig en links Wallonië. Dat bleek ook in de volksraadpleging van 12 maart 19850. De koning kreeg de steun van een kleine meerderheid van de Belgen, 57 procent. Vooral Vlaanderen had ja gezegd, een meerderheid van Walen en Brusselaars zei nee. De patstelling leidde tot een politieke escalatie, met heftige betogingen, vooral in Wallonië, waarbij ook doden vielen.

…..
Spoedig spatte het politieke bestel in Leopoldstad. Het leger nam de macht over en Lumumba werd vermoord, mede door toedoen van de Belgische regering en van kringen rond het koninklijk paleis. Kolonel Joseph-Désiré Mobutu werd met de zegen van Washington en Brussel de nieuwe sterke man en bleef dat tot kort voor zijn dood in 1997.

…..
Inderdaad, corruptieaffaires werden maar zelden uitgespit en tal van opzienbarende misdaden bleven onopgelost, zoals de warenhuismoorden van de Bende van Nijvel in de jaren tachtig of de moord op de socialistische politicus André Cools (1991).



Het klauwen van de leeuw

…..
De gelijkenis tussen het romantische nationalisme en het Franse, politieke natie-model is frappant, vooral daar waar ook het romantische model een ijzeren driehoek construeert tussen cultuur, natie en staat . daardoor gedraagt het zich, hoezeer het zichzelf ook een lange voorgeschiedenis toedicht, toch wel zeer suspect als kind van zijn tijd. Het nam eigenlijk de blauwdruk van de bestaande Franse (en Amerikaanse) natie-staat over.

…..
In de vaststelling van het fictionele (maar daarom niet noodzakelijk fictieve) karakter van de natie schuilt op zichzelf geen waardeoordeel . Integendeel, het grote voordeel van het natie-begrip is dat het mensen op een behoorlijk ruime schaal verenigt en tussen hen banden van loyauteit en solidariteit smeedt. Dat is trouwens zijn belangrijkste sociale functie: het creëert een kader voor engagement.

…..
De nationale mythologie suggereerde dat de nieuwe staat België niet zomaar toevallig was ontstaan, maar de logische ontwikkeling was van een oude traditie. De volkeren en gewesten van het nieuwe België beschikten, aldus deze mythe, allang over een gemeenschappelijke identiteit en kenmerkten zich bijgevolg door een hechte samenhang. De geschiedenis bepaalde hun gemeenschappelijke lotsbestemming en die bereikte in 1830, na een lange, barre tocht doorheen de nacht der tijden, zijn logische en daarom rechtmatige einddoel: de onafhankelijke staat.

…..
Zeker tot 1870 dook nog periodiek de dreiging van het Frans annexionisme op, waartegen de natie diende te worden gemobiliseerd. De Belgische onafhankelijkheid leek zo precair dat de progressieve wetenschapper Emile de Laveleye de revolutie van 1830 achteraf omschreef als ‘een grote vergissing’. Meer bepaald een ‘misdaad’ van de clerus, omdat ze van één kleine grootmacht twee op het internationale forum zwakke staten had gemaakt.

…..
De Vlaamse beweging koppelde het nationalistische beginsel dat sociale groepen wil binden aan de rol als maatschappelijke verzoener die middengroepen nodig hebben om zich als sociale laag te bevestigen. Aangezien de taal als een sociale grens functioneerde, schiep het taalgebruik een kloof tussen de toplaag en de sociale basis. Die breuk moest dus worden overbrugd.

…..
De politieke versnippering, zowel binnen de partijen als in de buitenparlementaire agitatie, frustreerde het flamingantisme, dat alleen werd gepaaid met de onvolkomen en in compromissen verdronken ‘taalwetterij’, een reeks moeizaam verkregen wetten op het taalgebruik in onder meer het gerecht, het bestuur en het onderwijs, die in hun uitvoering vaak – met medeweten van de katholieke regering – werden gesaboteerd.

…..
De Waalse beweging introduceerde bijgevolg een federalisme volgens het territorialiteitsprincipe, dat taal en territorium aan elkaar verbond. Het afgrenzen van het grondgebied moest bepalen waar de Vlaamse tweetaligheidseis (en klerikale invloed) moesten ophouden en waar de Walen konden volstaan met ééntaligheid.

…..
Tegelijk vatte de gedachte post dat ‘multi-etnische’ of meertalige landen eigenlijk anomalieën waren die hun beste tijd hadden gehad. Het opbreken van de Oostenrijks-Hongaarse dubbelmonarchie na de oorlog zou dat bewijzen. Ook daar vertaalden de sociaal-culturele spanningen zich in heldere taal- en etnische tegenstellingen.

…..
Zeker is ook dat de excessen van de straatrepressie mee op het conto van opportunisten en weerstanders-van-het-laatste-uur moeten worden geschreven en dat sommigen van hen de chaos bij de bevrijding misbruikten voor afrekeningen en rivaliteiten die met oorlog of collaboratie niets te maken hadden.

…..
De basis van het federalisme op grond van het territorialiteitsprincipe is er door de Waalse beweging doorgedrukt, niet door de Vlaamse, maar die had dat toen ook nog niet op haar programma staan.

…..
gebeurt het wel meer dat Vlaanderen wordt geïdentificeerd met het extremisme. Zij die het kunnen weten beschouwen zo’n onterechte veralgemening als een ‘racistische daad op zichzelf’.

De tegenstanders morsen zelfs een beetje met het nationalistische extremisme. Ze maken het groter dan het eigenlijk is, zoals in het algemeen alles wat met naties en nationalisme te maken heeft, gewoonlijk in een extreem rechtse hoek wordt gedrumd.

…..
Het gaat, kortom, om mensen ( Blok-kiezers ) uit al gemarginaliseerde groepen. Ze komen slecht gewapend aan de startlijn van de dagelijkse rat race, lopen een steeds moeilijker in te halen achterstand op en hebben daardoor goede redenen om zich uitgesloten te voelen, zowel uit het sociale leven als uit het politieke proces.

…..