Download document

BAEYENS, Walter



Crapule de luxe

…..
Maar goud is een rare zaak. Wie het heeft, wil het niet kwijt. Verkopen lijkt zelden een goed idee. Anderzijds zijn de opgestapelde goudstaven wel dood, ze leveren niets op, ze genereren geen interesten. Vandaar het idee om het goud uit te lenen aan iemand die het nodig had, tegen een bescheiden vergoeding natuurlijk. Het goud bleef dan gewoon waar het was, of zoals Stanley Moss al schreef: ‘gold is where you hide it’, maar er werden wel documenten opgemaakt waaruit moest blijken dat persoon X beschikte over goudvoorraad G, die te vinden was in kluis K. Of nog: iemand wordt voor zijn diensten – of voor zijn stilzwijgen – vergoed met goud. Nee, liever geen goudstaaf. Wat moet hij ermee? Verkopen? Nee, dan liever een document waaruit blijkt dat de persoon in een bepaalde kluis kan beschikken over een zekere goudmassa. Een dergelijk document kon je dan bijvoorbeeld ‘promissory note’ noemen, wat de pre-Nixon-dollarbiljetten in essentie ook al waren geweest. Deze promissory notes – konden dan een eigen leven gaan leiden. Je kon ze in pand geven, als startkapitaal gebruiken voor een bank of een bedrijf, ermee speculeren op de goudmarkt of ze gewoon als betaalmiddel gebruiken. Ondertussen rustte het goud waar je het had verstopt.

…..