Download document

PEFKO, David



Het voorseizoen

…..
Het zou toch veel acceptabeler zijn geweest als ik tien jaar ouder was, bedacht ik. Er waren vrouwen die het zelfs sexy vonden, maar ik was niet sexy; ik was vierentwintig jaar oud en had nog nooit gezoend. De enige vrouw die ik ooit had aangeraakt was mijn kleuterleidster, en zelfs dat had me de schrik van mijn leven bezorgd. Ik wist heel zeker dat ik als maagd zou sterven. Wat walgde ik van mijn kale kop als ik in de spiegel keek.

…..
… maar in plaats daarvan zie ik mezelf bovenop Susan liggen die zich dood houdt en zegt: ‘ben je nou al gekomen of hoe zit het? (…) ‘Je was vreselijk, Steve. Je was lief, gevoelig en zo, maar niet gepassioneerd, je bakte er gewoon niets van. Sorry, maar ik heb er nooit van gehouden met je te vrijen,’ zegt ze.

…..
Door het arbeidzame leven ontwikkelen de meeste menen een pantser voor de eenzaamheid, en in sommige gevallen kunnen ze misschien zelfs beweren dat ze ook niet eenzaam zijn. Imdat ze een leuke baan hebben en en een hoop vrienden, een gezin en een huisdier, een abnormaal grote gezinsauto, die hen in het weekend naar allerlei plekken voortbeweegt.

…..
Terwijl hij thee zet, bekijk ik de man die ik als zestienjarige heb ontmoet. We zaten met elkaar in de klas en Karl had het nu blijkbaar gemaakt en ik weet zeker dat uit al mijn woorden, mijn kleren en zelfs mijn manier van bewegen te zien is dat ik het niet heb gemaakt.

'Och, och, wat gaat de tijd toch snel,' zegt hij en haalt een kladblok tevoorschijn en vist een dure vulpen uit zijn binnenzak.

…..
‘Rape, murder, it’s just a shot away, it’s just a shot away,’ schalt het door de speakers.

Nu ik in mijn auto zit, op weg naar het makelaarskantoor van mijn schoolvriend – dat ik maar met moeite kan vinden – merk ik dat ik tijdens het horen van het nummer tranen in mijn ogen krijg. Ik ben nu bijna vijftig en mensen zeggen wel eens dat het leven bij veertig begint, maar voor mij ligt dat heel anders; ik ben me na mijn veertigste juist steeds labieler gaan voelen en heb meer het idee dat de dood in aantocht is dan dat het leven me nog vele kansen zou kunnen bieden.

Mijn schoolvriend draagt een gestreept pak met lichtblauwe das. Hij heeft een vettig matje in zijn nek, een protserig horloge om zijn pols en een glimmende scooter voor de deur staan.

…..
Ik probeer aan komkommers en bieten te denken, maar mijn gedachten vloeien naar de appartementen van de mannen die haar opgepikt hebben. Ik denk vol walging aan de respectloze woorden die ze tegen haar zullen spreken, de bevelen die ze krijgt en zonder morren opvolgt en ook weer aan de vieze bedden waarin ze moet liggen.

…..