MAEREVOET, Marieke
Gisteren wou ik alle taal vergeten
gisteren
wou ik alle taal vergeten
alle tekens wissen, gisteren
wou ik in nooit gehoorde zinnen
pasgeboren woorden vinden.
maar de rietvogels woonden al
kinderen zongen de vakantie in.
de kersen werden rood
mijn lief haalde de ladder uit
de zomer duurde voort.
nog weet ik niet met zekerheid
of een ja wel altijd ja klinkt.
en of iets waar geen eind aan komt
ooit ergens wel begint.
vandaag omarm ik alle taal
al zo lang en door zovelen
geboetseerd en doorgegeven.
tussen keel en verhemelte
liggen haar klanken op mijn tong.
haar tekens schrijf ik op.