ROEYGENS, Truus
Vloed
er is genoeg zee
voor het zacht wiegen van alle roze zalmen
er is genoeg ruimte om hierna de aarde te begraven
en er zijn genoeg bergen met winterlanen, en kauwen
die een kloof slaan
maar als ik mij hem moet inbeelden
dan zie ik nagenoeg niemand
door mijn hoofd komt geen gedachte meer door
toch weet ik dat hij er was
het was vloed
hij stond op het streepje nat voorstrand
met getrokken scheermessen naar de wind
meeuwen knielden op zijn teken