VAN DEN AKKER, Wiljan
Wat nou
II
Wat krijgen we nou: wie denken we wel
niet dat we zijn gaan we nu net doen
alsof er nooit enige waarschuwing is
afgegeven er geen signalen zijn geweest
of spelen we doofstommetje telkens
als een vreemd geluid zich verheft en ons
tegemoet wil treden blindemannetje
iedere keer dat het hele verhaal breeduit
op de deurmat wordt neergelegd als
een landkaart een handleiding voelen
we ons soms te goed om de papieren
eerst eens zorgvuldig te bekijken rustig
uit te zoeken of er zoiets als een laatste
woord zal bestaan en wie het dan mag
hebben is jullie ooit iets anders beloofd
dan dit en door wie dan wel? Kom nou?
Verstreken
Alles is hier op dit moment altijd voortdurend
in een razende staat van verandering
bezig een verstreken gedaante aan te nemen.
Je kunt het zo bestendig niet bedenken of het is er
geweest en blijft als verdwenen afwezig.
Avond aan avond komt een nieuwe geliefde
trouw aan het beeld waarmee je elkaar ’s ochtends
aan tafel hebt achtergelaten weer thuis.
Kijk: ze verschijnt aan het eind van de straat
zwaait als vanouds met een kersverse hand
herinnerde warmte vooruit en kust je van ver al
tot ziens op een andere mond bij het opstaan.
Zo verwaaien we samen duurzaam als klanken
blijven verdwijnen als muziek in de oren
en wachten net zo lang op het slot
tot we volledig afwezig zijn om dan pas volmaakt
in het niets uit een stuk te kunnen bestaan.