NEVELSTEEN, Max
Odyssee
Na lange jaren van dit leven spoel ik weer aan,
terug in de tijd, en alles is hier blijven staan.
Je onschuld zit nog steeds gevangen in je schaamte,
je ogen, nog even verlegen, staren zonder vragen.
Ze kijken naast me, je mond wijst naar beneden.
In deze kille kamer van dit huis der vrekken
zie ik je omringd door liefdelozen die je nekken.
Gedrachten
Ben ik een ander ras,
een andere soort,
een Martiaan,
een meteoor?
Wie zegt me waar en wie ik ben ?
Er is geen stem die ik herken,
geen reden voor mijn groot verdriet.
Ik ga mijn blinde weg,
door de ruimte van het Niet,
door de glans van de sterrenrank.
Vreemd klinkt mijn klank,
raar klotst mijn geest.
Ik zit met een levensgroot ei,
het gevoel hier nog te zijn geweest.
Mijn groet is vals.
Buiten aan de deur
Wij hebben de eer en het genoegen u mee te delen
dat wij uw diensten niet meer op prijs stellen,
dat U niet meer beantwoordt aan de criteria,
dat U niet meer voldoet aan de normen,
dat U ontslagen bent.
Wij staan er daarenboven op om
u van ganser harte te feliciteren
met bovengenoemd ontslag en
verheugen ons over het feit
dat wij niets voor u kunnen doen.
Wij hechten er ten slotte sterk aan
u vriendelijk te laten weten
dat u geen kans meer maakt,
dat u afgeschreven bent,
dat het afgelopen is met u.
Hoepel op
Beste ik,
doe geen moeite asjeblief,
zoek me niet zo,
laat me met rust,
donder op,
val iemand anders lastig,
vergeet me zo gauw mogelijk.
je bent er nooit geweest.
Afgesproken?
Houden zo.
Doei!
Tabee.
Tot nooit meer ziens.