Download document

ATANGANA BEKONO, Simone



vonken
IX.


Kinderen met voeten grijs van het stof

gooien vanaf een afstand stenen naar mijn schaduw

ze denken dat ik hen negeer

maar ik observeer de gebarsten aarde

de resten van een opgedroogde rivier

waar watergodinnen hopelijk op tijd

van weg zijn gevlucht

ik hoor roddels van de luchtgodinnen

die de bladeren aan de bomen kietelen met hun gefluister

voordat ze vliegtuigen naar kuuroord begeleiden

…..
In hun paniek om uit het water te blijven

duwen mensen weer andere mensen

voor zich uit het water in dat alles en iedereen opslokt

als een monster met veertig onverzadigbare magen


Ik pootjebaad in zwart water en voel hoe mijn schaduw in paniek

zichzelf los probeert te trekken van mijn ruggengraat en benen

zij schreeuwt en vervloekt mij

zij kan niet in de groeven van de aarde verdwijnen

zij moet overal met mij mee naartoe


We rennen rondjes om het zwarte water

we waterskiën over zwart water

we klapperen met onze lichamen als vissen op het droge

na in aanraking te zijn gekomen met het zwarte water

ons lichaam raakt oververhit, ervaart kortsluiting

black-out, tijdelijk geheugenverlies

uitvallen van zintuigen, syntax error en inflammatie

we gooien stenen en bommen en massavernietigingswapens in het water

hopend dat het de lichamen van alle verdwenen mensen omhoog doet vliegen

maar slechts stinkende koraalbrokken

gistende drab en aan elkaar gemuteerde lichaamsdelen

zestienkoppige beenmonsters

duizendvingerige armdieren

met huiden van tongen

knallen hierna naar boven

…..
Het zwarte water beweegt niet

nee, dat is mijn reflectie

de boom beweegt

de zon flikkert als een jonge vlam over de oppervlakte

zelfs de berg in de verte beweegt, stukje bij beetje

trekt gekke bekken

het landschap knort van leven terwijl

het water daar slechts ligt

dat stille, zwarte kutwater te wezen


een poel of een zee of een plas, een zwembad

die emmer in mijn hand

boven alles vrees ik de bodem van het zwarte water

en boezemt het water mij angst in omdat ik mezelf

in de weerspiegeling van het water makkelijk herken

ik voel me schuldig

omdat ik me onbegrijpelijk aangetrokken voel tot het zwarte water

zoals wanneer we op de rand van een klif staan

en honderden meters naar beneden kijken

……