MOEYAERT, Bart
Welkom
Ga dan, zegt oma op de dijk.
Ze laat mijn hand los. Dat
hadden we niet afgesproken.
Het strand ligt voor ons als
een bos waarin je kunt verloren
lopen. Bos heeft een rand.
Aan zee komt nooit een eind.
Hoor hier, zegt oma achter me.
Ze wijst de weg over mijn
schouder. Het hete en het harde
zand, de zee en verderop dan
Engeland, en wees niet bang:
vlakbij het water is een plek vrij
voor de handdoek en voor mij.
Siberië
Geef me je jas
van bont van teddyberen.
Leg je arm om me heen
en al je winterkleren.
Zoen me
tot ik warm word.
Zoen me
tot ik spin.
Trek je eigen huid dan uit,
stop mij eronder in.
Sus me met je hartslag:
wij ons wij ons wij ons.
Maak van dit veel te grote bed
een heel klein fort van dons.