HOMERUS
Odyssey
…..
….. Translation: Samuel BUTLER
|
…..
….. Vertaling: M.A. SCHWARTZ
|
|
11. 489-491 Achilles: ….. I’d rather serve as another man’s labourer as a poor peasant without land, and be alive on Earth, than be lord of all the lifeless dead. ….. |
Mocht ik op aarde leven, ik koos ervoor als dagloner te werken in dienst van iemand anders, van een arme, een man die niet veel eigendom bezit. Ja, liever dat dan over alle schimmen Als vorst te heersen in het dodenrijk
…..
|
Ilias
…..
Zoals in de bergen een havik,
vlugger vliegend dan al wat er vliegt, op een schichtige duif komt gestreken
– deze wiekt zijdelings weg, maar de havik, telkens weer stotend,
schiet en schiet op haar af met snerpende kreten: zijn
vraatzucht spoort hem tot grijpen – zo snelde toen ook Achilles naar voren,
vol van begeerte.
…..
II
…..
De troepen die afkomstig waren van de machtige citadel van Mykene … en hun honderd schepen, werden aangevoerd door koning Agamemnon, zoon van Atreus. Zijn leger was veruit het beste en het talrijkste. Hijzelf was een trotse kerel zoals hij daar voor zijn troepenmacht stond, met zijn schitterende bronzen wapenuitrusting: waarlijk de geweldigste van alle aanvoerders, zowel door zijn rang als door de omvang van zijn strijdmacht.
…..
…..
As when a Southerly veils the mountain-tops in mist, a mist the shepherds hate, where a man can see less than a stone’s throw ahead, but thieves hold it dearer than darkness, so thick clouds of dust rose under their feet as they sped over the plain. And as they approached in their advance, godlike Paris stepped out from the Trojan ranks as their champion, a panther’s skin on his back, a sword and a bow slung over his shoulders; flourishing twin bronze-tipped spears he challenged the best of the Greeks to meet him, face to face, in single combat. When Menelaus, beloved of Ares, saw him stride out from the host, he felt as the hungry lion does that finds the whole carcase of a wild goat, or an antlered stag, and tears it greedily, though nimble hounds and powerful huntsmen plague him: such was his pleasure when he saw godlike Paris,
…..
|
…..
Beide, toen trokken met roep en gekrijs de Trojanen te velde, Evenals vogels. En juist zoals immers het schreeuwen van kranen Klinkt voor de hemel, wanneer zij de winter en d'eindeloze buien Vlieden. Al krijsende vliegen zij weg van Oceanos' stromen, Om de Pygmeïsche mannetjes dood en noodlot te brengen; Vroeg al vangen zij aan, wijl de gruwelijke Twist voor hen uitsnelt! Zwijgend, maar snuivend van moed, zie! Trokken zij voorwaarts, de Grieken, Diep in hun hart en vurig begerend elkander te steunen. Zo als de zuidenwind langs de toppen een nevel doet dalen… Vijand van herders, maar dieven nog meer dan de nacht trot een voordeel, - zover gaat maar het zicht als iemand een rotsblok kan werpen Zo dan gingen van onder hun voeten, terwijl zij marcheerden, Vlagen van stofwolken op, en zij vorderden snel door de vlakte. Dicht bij elkander waren zij reeds bij hun opmars genaderd. Daar kwam de prachtige Paris als voorvechter van de Trojanen, Droeg om zijn schouder een boog, gekromd, en het vel van de panter. Ook nog een zwaard, en een dubbel stel lansen met koperen punten Deze dan drillende, daagde hij al de aanzienlijke Grieken Uit, om op leven en dood zich met hem in een tweekamp te meten. Toen hem dan nu Menalaus, bij Ares bemind, voor de troepen Uit zag komen gestapt met geweldige passen, toen was hij Blij als een hongerige leeuw, die stoot op een machtig kadaver, 't Zij van een hert met een gewei, hetzij van een steenbok, een wilde, Gulzig verslindt hij het kreng, ook al jagen hem op vlugge honden Samen met krachtige mannen. Nu, zo blij was Menelaus, Nu hij met eigen ogen de godlijke Paris zag naadren! …..
|
VI
…..
…..
|
…..
…..
|
||
….. (ll. 275-281)
When she had so said, the goddess changed her stature and her looks, thrusting old age away from her: beauty spread round about her and a lovely fragrance was wafted from her sweet-smelling robes, and from the divine body of the goddess a light shone afar, while golden tresses spread down over her shoulders, so that the strong house was filled with brightness as with lightning. And so she went out from the palace.
…..
|
En van haar schitterende kledij Verspreidde zich een zoete geur, en licht Scheen van haar godlijk schone huid En op haar schouders golfde ’t gele haar; Als lichtten bliksemstralen over ’t huis, Zo was zij in glans gehuld. …..
Vertaling
: H.A. GUERBER
|
…..
Smokes, nor as yet the sullen flames arise; But, fast beside, Achilles stood in prayer, Invoked the gods whose spirit moves the air, And victims promised, and libations cast, To gentle Zephyr and the Boreal blast: He call’d the aerial powers, along the skies To breathe, and whisper to the fires to rise. The winged Iris heard the hero’s call, And instant hasten’d to their airy hall, Where in old Zephyr’s open courts on high,
Sat all the blustering brethren of the sky.
|
…..
|