Download document
ROBBEN, Jaap
Zullen we een bos beginnen ?
Graaf een kuil
en plant je boom
voorzichtig
naast de mijne.
Kunnen ze elkaar
uit de wind houden
als het stormt
of in de middagzon
samen zwijgen.
En als ze 's avonds
door de wimpers
van hun twijgen
naar elkaar kijken
beginnen ze al
op een bos te lijken.
Meneer
Oma kent mijn naam niet meer
vroeger spiekte ze nog
op het briefje
naast haar telefoon
verwisselde mij met mijn
vader, broer of oom.
Maar als ik nu
haar kamer binnenkom
met de klink nog
in de hand
zegt ze “Dag….
meneer.”
Oma kent
mijn naam niet meer
Kwukel
Ik ben niet bijzonder,
daar ben ik aan gewend.
Ik kan geen truc
die niemand kent.
In de stilte van mijn hoofd
bewaar ik geen geheim
dat mij de moeite maakt.
Voor mij bestaat zelfs geen recept
omdat mijn vlees naar lucht en water smaakt.
Misschien moet ik maar hopen
dat een mensenhand na duizend jaar
een paar botjes van me vindt en zegt:
‘Ik weet niet wat het is geweest,
maar dit was zo te zien
een heel bijzonder beest.’
.
You may also like …
… de ruimten om ons, dan de zingende oceanen, dan de zonnen en’t gegons der zwermen in de avond laat, daar is niets dan wat hol gepraat en mijn verlangen dat vecht naar u. Verweer tegen de winter Gij land van sneeuw en snerpend ijs, wat heb ik van u te verwachten? Boven het bos begint de reis der …
― Richard MINNE
Lees verder ›
… ouden jaren, Op datse dan hem selven wroeghen, Hoe zeer anxtelijc dat sy droeghen Inder yoecht der zonden last, Hoeneer sy daer toe sijn ghepast, Soe sijn si Gode naerre by, Dan een die jonc is ende vry, Ende noch langhe leven waent. Wort die onvoersien ghemaent Te sterven, soe ist anxtelijc, Of …
― Willem VAN HILDEGAERSBERCH
Lees verder ›
… Ik denk aan zoveel dingen, aan hoe het vroeger was, de boerderij, het stil verval, aan vieze overalls vol kringen, zijn stugge zwijgen bovenal. Maar dat ik blij ben hem te zien, zó blij ben hem te zien sindsdien in deze warme knuffeltrui dat ik - niets liever, o niets liever - mijn armen om hem …
― Atze VAN WIEREN
Lees verder ›
… De zomerdromen ruisen ons voorbij … Het zijn de lichte nachten van Sint Jan. Credo in vitam aeternam Ik zie geen sterven in de late, trage dagen... Hoe is het licht zo goud, hoe is de lucht zo blauw, Hoe lijkt de nevel op die zilversluier: dauw, Niet op een lijkwa, die het moede jaar moet dragen …
― Albertine STEENHOFF-SMULDERS
Lees verder ›