HERZBERG, Judith
Een kinderspiegel
'Als ik oud word neem ik blonde krullen
ik neem geen spataders, geen onderkin,
en als ik rimpels krijg omdat ik vijftig ben
dan neem ik vrolijke, niet van die lange om mijn mond
alleen wat kraaiepootjes om mijn ogen.
Ik ga nooit liegen of bedriegen, waarom zou ik
en niemand gaat ooit liegen tegen mij.
Ik neem niet van die vieze vette
grijze pieken en ik ga zeker ook niet
stinken uit mijn mond.
Ik neem een hond, drie poezen en een geit
die binnen mag, dat is gezellig,
de keutels kunnen mij niet schelen.
De poezen mogen in mijn bed
de hond gaat op het kleedje.
Ik neem ook hele leuke planten met veel bloemen
niet van die saaie sprieten en geen luis, of zoiets raars.
Ik neem een hele lieve man die tamelijk beroemd is
de hele dag en ook de hele nacht
blijven wij alsmaar bij elkaar.'
Daglicht
Uit de chaos van lakens en
voorgevoel opgestaan, gordijnen
open, de radio aan, was
plotseling Scarlatti
heel helder te verstaan:
Nu alles is zoals het is geworden,
nu alles is zoals het is
komt het, hoewel, misschien
hoewel, tenslotte nog in orde.
Vraag
Hoe is dat zo gekomen
Van altijd blijven slapen
Tot nooit meer willen zien?
Bevrijd
Toen hij na jaren
uit het gevang was vrijgelaten
heeft hij een zelfportret gemaakt
waarop de ogen zijn gesloten.
Waarom? Werd hem gevraagd.
…..
En wie zijn wij en wie
ben ik met mijn beperkt
begrip voor deze blinde blik?
Liedje
Lieg alsjeblieft niet tegen me
niet over iets groots niet over iets anders.
Liever hoor ik het vernietigendste dan dat je liegt
want dat is nog vernietigender.
Lieg niet over liefde
iets dat je voelt of iets dat je zou willen voelen.
Liever word ik bedroefd dan dat je liegt
want dat is nog bedroevender.
Lieg niet tegen me over gevaar
want ik voel toch je angst
en wat ik gewaar word dat is waar
of ik ken je niet en dat is nog gevaarlijker
Lieg niet tegen me over ziekte
liever kijk ik die diepte in dan dat ik mij verlies
in één van jouw lieve verzinsels
want daarmee verlies ik mij dieper.
Lieg niet tegen me over sterven
want zolang we er nog zijn vind
ik dat toegangsloze
niet mededelen wat je denkt
erger en zo veel doder.
Vader en zoon in hevige regen
Je zoon op je schouders.
Boven hem je paraplu
een lopend torentje
In regen van nu.
Zelf wees geweest
en wees gebleven
zit je daar zelf
op schouders
van ouders, zelf
in de vorm
van een zoontje,
en boven de hoofden
een ronde en kleine
maar troostende droogte.
Het volle leven
Zullen we
zei ze
samen
in een groot bed
in een hotel-
kamer
gaan liggen
met pyama's
aan en
dan de knecht
taart
laten brengen?