Download document

GRAMMENS, Flor



Interview in “Ten huize van” door Joos FLORQUIN



Hoeveel processen hebt u zo wel gehad?

…..
Ik kan het niet precies zeggen, het zullen er toen 10-12 geweest zijn, - in 1937-39 werden het er natuurlijk heel wat meer! - maar ze hebben grote invloed gehad op de taalwetgeving van 1935. Wij eisten de Vlaamse procedure in Wallonië op grond van artikel 23 van de grondwet dat de vrijheid van talen waarborgt. Dat maakte de Walen woedend en de magistratuur van Luik, Bergen, Doornik, Hoei en Verviers kwam in opstand: ‘Du flamand en Wallonie, au grand jamais!’ Door die actie is de beste taalwet er gekomen, namelijk de wet op het gerecht in 1935, die besliste dat al de zaken in Vlaanderen in het Nederlands moesten worden behandeld en in het Frans in Wallonië. Er kwam ook een overgangsmaatregel, die toestond dat de rechter in Wallonië een Vlaming met zijn zaak naar Vlaanderen stuurde en omgekeerd, iets wat de rechter in 1930-31 niet had mogen doen met mij.

Alleen La Libre Belgique had gezien waar het op uit zou lopen. Zij schreef: We lopen erin. Grammens en mr. Ponette zijn bezig in Vlaanderen de eentaligheid te brengen in gerechtszaken en de Franssprekende Vlamingen zullen de dupe zijn.

En daar stuurden we inderdaad op aan. Daarom ageerden wij aldus in de Vlaamse gemeenten die in Wallonië lagen en b.v. niet in Komen of Moeskroen. Die gemeenten, die eentalig waren, moesten tweetalig zijn gezien de verzoekschriften die we bij al deze gemeenten in maart-april 1930 hadden ingediend met meer dan de vereiste 20 % (soms was het 40 tot 80 %) van de handtekeningen van de gemeentelijke kiezers.
…..
Maar dan hebt u uw actieterrein van de taalgrens naar heel Vlaanderen verlegd en hebt er de hulp voor gekregen van honderden enthousiaste studenten uit Leuven en Gent.
…..
Na een discrete oproep van de studenten Berten Declerck, Mon Luyten, Karel Godderis en Van de Weerdt heb ik op 17 februari 1937 in Leuven voor het eerst vergaderd met meer dan 200 Vlaamse studenten; daar werd beslist in de nacht van zaterdag op zondag op meer dan 200 plaatsen in Vlaanderen de Franstalige opschriften te gaan overschilderen. Dat is ook gebeurd en met het resultaat dat heel Vlaanderen wakker schoot en de franskiljons er verschrikt op stonden te kijken. Ik ben toen de grootste vijand geworden van de Belgische franskiljons, ik die alleen een handje wou toesteken om de Belgische taalwetten te doen eerbiedigen!

…..
Bij al uw acties hebt u medewerkers gehad die prominenten geworden zijn in dit land. Als ik me niet vergis, zijn er zelfs huidige ministers bij geweest.


Inderdaad, minister De Saeger en minister Renaat van Elslande; ook de oud-ministers Berten Declerck en Dries Dequae. Verder rector Piet de Somer, Paul Knapen, voorzitter van de Kultuurraad, Rob Vandekerckhove, voorzitter van de C.V.P., Louis Roppe, gouverneur van Limburg en ik vergeet er nog wel te citeren. Van hen allen kunt ge vrijwel met zekerheid zeggen dat ze in de bak hebben gezeten. Voor Jos de Saeger heeft dat nog een staartje gehad. Toen hij minister werd, signaleerde men hem dat hij best eerherstel zou vragen. Hij had namelijk in Gent twee dagen in de bak gezeten en had een strafregister. Veel oud-medewerkers waren ook in Kortrijk toen ik de André Demedtsprijs heb gekregen en dat heeft me veel deugd gedaan.

…..
U bent deze campagne blijven voeren tot in 1939.

…..
In Gent werd ons werk - de overschilderde Franse straatnaamborden - vier keer ongedaan gemaakt met bijtend vocht. We hebben dan de beslissing getroffen op één voormiddag alle borden kapot te slaan. Er waren zowat 80 man in actie gebracht die verdeeld waren in groepjes van drie: twee om uit te kijken, een om te kloppen. Er moesten zowat 1200 borden aan geloven. De avond tevoren had ik ons plan verteld aan Jan Boon, die er deugd aan had maar het bericht als primeur in De Standaard liet verschijnen. Toen de krant verscheen, waren we nog niet eens klaar met ons werk! Een week nadien vergaderde de Gentse gemeenteraad en besliste de eentaligheid in te voeren en de 80 processen niet door te spelen aan het gerecht. Is het toch niet erg als ge bedenkt wat er allemaal gedaan moest worden om de Vlaamse stad Gent een officieel Vlaams uitzicht te geven?

…..
Ook in de Kamer hebt u zich laten gelden.

…..
Toen ik klaar was, ging er een zucht van opluchting door de zaal. Maar ik liet het er niet bij en zei zeer luid: Voor zover ik weet, ben ik niet verkozen in een Frans parlement. Ik zie dat alle opschriften hier nog eentalig Frans zijn. Als dat voor de volgende zitting niet in orde is, zal ik er zelf werk van maken.

Acht dagen later werden we opnieuw opgeroepen en stel u voor dat ze op die tijd alles tweetalig hadden kunnen maken in het parlementshalfrond! Als ge dan bedenkt dat er al sinds twintig jaar flaminganten in de Kamer zetelden...

Aan Frans van Cauwelaert, die toen voorzitter werd, liet ik nadien een briefje afgeven waarop stond: Mijnheer de voorzitter, ik geef u drie maanden tijd om alles hier tweetalig te maken. Ook dat is binnen drie maanden gebeurd: zowel de muntenverzameling was bijgewerkt als de opschriften onder de portretten van de eerste-ministers en de borstbeelden van de parlementsvoorzitters, evengoed als op de deuren van de kommissiezalen. Als men weet dat iemand ook zijn bedreiging uitvoert, dan neemt men hem wel ernstig op.

…..
De Vlamingen zijn er nadien in Brussel nog op achteruitgegaan.

…..
Het was al erg maar nu is het inderdaad nog erger. Nu zitten er nog 14% van de kinderen in de Nederlandse klassen en dat is zo omdat de wet niet meer werd toegepast. Door de vrijheid van de huisvader vorig jaar in de wet op te nemen, werd alleen een toestand gesanctioneerd die al grotendeels bestond. Vele Vlamingen mogen in Brussel een Nederlandse school naast hun deur hebben, dan nog sturen ze hun kinderen naar een Franse school die tien minuten verder ligt. De reden daarvan is morele en economische druk. Er bestaat geen geestelijke vrijheid in Brussel. Men heeft het de kleine mens sinds jaren ingepompt dat hij in dit land maar iets kan worden als hij Frans kent. En daar de lakens vooral te Brussel nog door de economisch sterke Franse imperialisten worden uitgedeeld...

…..
Toen de Bevrijding kwam, kwam u in moeilijkheden.

…..
Twee maanden later toch maar. Ik was rustig op de zetel van de taalkommissie gebleven totdat na een achttal dagen een officier van de Tschoffenkommissie is gekomen en de zegels heeft gelegd. Hij heeft me buitengezet zonder te vragen wie ik was! Ik woonde toen in Oudergem, rechtover Hertoginnedal, en heb dan de tijd doorgebracht met knutselen en in de tuin werken. Ik heb mij niet eens verborgen want ik had de beste relaties met mijn buren.

Onverwachts is er dan een bende opgedoken onder de leiding van een agent van St.-Gillis. Ze hebben het huis omsingeld en wilden mij aanhouden. Ik deed opmerken dat ik parlementslid was en dus onschendbaar. Daar hadden ze niks mee te maken. Ik vroeg dan of ze een aanhoudingsmandaat hadden. Natuurlijk niet. Toen schreeuwde de agent in het zuiverste Pajots: ‘Meneer, ge hebt mijn zoon in een Vlaamse klas gezet en dat is voor mij genoeg’. Na een uur discussiëren namen ze me mee naar een paardenstal in Vorst waar ik twee dagen bleef. Dan brachten ze me weer voor twee dagen over naar de kelder van het gemeentehuis van St.-Gillis en tenslotte naar de gevangenis.

…..
Het resultaat is voor u een bittere ontgoocheling geweest.

…..
Inderdaad, maar voor iedereen. Voor zover ik weet, is er nu niemand die de taalgrensregeling van 1962 nog verdedigt. De Walen zijn nu weer aan het stoken en ze zijn kwaad omdat wij 4300 Vlamingen in de Voerstreek willen behouden. Waarom stoken wij niet tegen om 18.500 Vlamingen in het kanton Komen te herwinnen? Ondertussen hebben wij 85 % Vlamingen verloren in Komen, 75 % in Moeskroen, 95 % in Edingen, 90 % in Montzen, samen zowat 80.000 Vlamingen. Waarom gaan het Rassemblement Wallon en het Front des Francophones samen? Om zoveel mogelijk Vlamingen in het Brusselse te kunnen opslokken. Ik ken Perin, dat is de grootste Waalse imperialist die er bestaat. Onze Vlaamse leidertjes waren naïef en gemakzuchtig genoeg om 80.000 Vlamingen langs de taalgrens op te offeren.

…..
Er wordt wel eens gezegd dat die strijd voor taalwetten voorbijgestreefd is, dat dat goed was voor het baardflamingantisme, maar dat de Vlaamse gemeenschap veel belangrijker taken te verrichten heeft.

…..
Alleen het feit al dat onze meisjes niet meer in Franse pensionaten terechtkomen, is een groot winstpunt. De taalwetten hebben, ook al werden ze slecht toegepast, resultaat gehad. Hoe vaak heeft men geroepen: Vlaanderen zelfbestuur! Wat is ervan gekomen? Niks! Hoe zou het er trouwens gekomen zijn? Met de wapens? Wij zijn geen revolutionairen. Men heeft mij reeds genoemd: de grootste revolutionair die België ooit heeft voortgebracht. Dat doet me lachen. Ik heb nooit een revolver of dynamiet in mijn handen gehad.

En wat dat baardflamingantisme betreft, weet ik dat sommige jongeren daar met enige minachting tegenover staan. Maar als velen onder hen nu hun boterham kunnen verdienen zonder op hun buik te gaan liggen voor de Franstalige kapitalisten en autoriteiten, die Vlaanderen zolang klein hebben gehouden, dan is het te danken aan de actie van zovele Vlaamse idealisten met of zonder baard. Ik meen trouwens te zien dat de baard opnieuw zeer modern is.

…..
Kunt u ook zeggen waarom u het hebt gedaan?

…..
Uit een drang naar rechtvaardigheid. De kleine man in dit land, zijn taal, zijn cultuur, zijn sociale positie hebben evenveel waarde als die van de rijke linkse of rechtse Franstalige machthebbers, als die van de Franstalige kapitalisten. Wij hebben het recht onszelf te zijn en baas te zijn in eigen huis. Ik zal er eventueel tot het bittere uiterste voor leven en strijden.

…..