DORRESTIJN, Hans
De vleselijke woning
Als de balken gaan verzakken
Het behang dat bladdert af
Als de deurscharnieren piepen
Zwijgt de huisbaas als het graf
Last van tocht, last van lekkage
In de woning die hij gaf
De huisbaas denkt niet aan herstellen
Ook al peiger je het af
Want een mens woont in zijn lichaam
Maar hij heeft het maar te huur
En de grote stille huisbaas
Blijkt hardvochtig op den duur
Als de beenderen gaan vermolmen
De huid wordt schilferachtig wit
De huisbaas denkt niet aan een verfje
Ook niet als je smeekt en bidt
En al kraken je gewrichten
Zieke darmen, ziek gebit
De huisbaas valt niet te vermurwen
Niet door lekkage, niet door spit
Want een mens woont in zijn lichaam
Maar hij heeft het maar te huur
En de grote stille huisbaas
Blijkt hardvochtig op den duur
Bericht aan mijn doodgravers
Heb geduld, ik kom beslist.
Polijst alvast uw spade
en maak wat gaten in de kist
voor de wormen en de maden.
’t Is deze maand of volgend jaar
zet ook wat luchtverfrissers klaar
voor de verwachte stank.
Bij voorbaat dank!
In hogere sferen
Als ik een vrouw ontmoet met een intelligent gezicht,
een edel gevoelig profiel en beschaafde manieren,
met poëziebundels van Reiner Maria Rilke en Hölderlin
en een altviool onder de arm,
dan denk ik meteen aan neuken.