Download document

DE BODT, Kevin



Het gebroken verzetsaureool. De Witte Brigade en het verzet als actieve speler

in de strijd om de herinnering

…..
Karolien Steen en Jan Laplasse hebben op basis van dossiers van de gerechtelijke politie een kwantitatieve studie gemaakt van de activiteiten van het gewapend verzet. Uiteindelijk hebben ze 5862 acties verwerkt. Dit is slechts een steekproef, maar het geeft de verhoudingen wel min of meer weer. Uit hun studie blijkt dat Vlaanderen en Brussel elk goed zijn voor 14 procent van de aanslagen en sabotageacties. Wallonië neemt dus maar liefst 72 procent op zich. Ook zij zoeken de verklaring in het patriottisme en het antifascisme dat minder sterk leefde in Vlaanderen. Het patriottisme brandde op een laag pitje omdat vele eisen van de Vlaamse Beweging onbeantwoord bleven. Doordat de Vlaams-nationalistische partijen de kant van de bezetter kozen was het voor Vlaamsgezinden moeilijker om hun lot aan het verzet te verbinden. De inwilliging van bepaalde Vlaamse eisen door de Duitsers maakte dat Vlaamsgezinden weinig heil zagen in het verzet. Enkel het clandestien blad ‘De Vrijschutter’ uit Halle gaf blijk van een zekere affiniteit met de verzuchtingen van Vlaamsgezinden maar zonder los te komen van een unitair België. Het antifascisme werd dan weer vooral door de linkse partijen gedragen en die stonden minder sterk in Vlaanderen. De katholieken kozen voor een accommodatiepolitiek.

…..
In de maanden september en oktober van 1944 en in mei 1945 werd de rechtstaat (die zich na de Duitse bezetting terug zou herstellen) op non-actief gezet.

Vele verzetsgroeperingen waren op dat moment niet meer te vergelijken met hoe ze er een of twee jaar eerder uitzagen. Veel weerstanders hadden al het leven gelaten of waren gedeporteerd. Toen de geallieerden de oorlog leken te winnen waren er plotseling veel meer mensen bereid het verzet te steunen. Deze septemberweerstanders hadden vaak een totaal andere ingesteldheid dan zij die al tijdens de oorlog vanuit de schaduw de bezetter durfden tegen te werken. De greep van de leiders van de weerstand op deze mensen met een late roeping was miniem. Het waren de weerstandsgroeperingen zelf die door ledenwerving hun nalatenschap in gevaar brachten.

Vele organisaties wilden zo groot mogelijk worden. Toen al gingen er vanuit hun midden stemmen op die vreesden dat dit alles het verzet een slechte naam zou bezorgen. Alle septemberweerstanders als opportunisten en geweldenaars afschilderen is te gemakkelijk.

Er is nog te weinig onderzoek gedaan naar de beweegredenen van deze mensen. Dit alles moet ook gezien worden in het kader van een zuiveringsritueel dat zich toen voltrok. Het verzet was echter maar één van de actoren in de straatrepressie. De mate dat men kan spreken van wandaden die door (september)weerstanders zijn begaan zal voor elke lokale casus verschillen.

…..