Download document

HIRS, Rozalie



(wolf)


Ik zeg je een stem die je legt

in de nacht, een wolk om de ster

die je bent en je glimlacht een


naam. Zo stil in de nacht huilt

dus kracht en zo koud is de maan in

je macht tot je zwijgend inslaapt.



een dag


dagpauwoog moerbei


vliegende ogen met verende vleugels lichten geworpen

op een landkaart getekend in handen vlammend

klaarwakker dat zei ik toch niet een ademloos lichtgewicht

honingmerk en stuifmeel van levende klaprozen blauwe

velden korenbloemen als ontpopte hoofden eenogige

wolkenloze lucht waar dromen vandaan tevoorschijn

komen als zijderupsjes zich in duizenden meters

spinnende talen op grijsgroene moerbeibladen bedekt

met haartjes onthullende draden een verliefde zon

tegemoet komen zomaar zonder opdracht of regen

strekkende voelsprieten even een aanraking

van uitslaande vleugels naar wat is (een dag)


koolwitje


waar komen vlinders vandaan die invasie van lentelijke

lichtgevoeligheid ondragelijk bijna witte vleugels

gespikkeld uit een droom ontwaakte nacht zo vroeg

een hand vol ochtenddauw gedronken van glanzende

grassprieten en enige uren die klonken als zware klokken

in een dorp tussen niet gespecificeerde bergen

waar mensen wonen ergens op aarde uit haar voegen

prei en uien oogsten appels in een gaard en bomen bloeien

druiven barsten voor rijping in roestvrijstalen tonnen

en straks een neus verleiden het verhemelte dan

over de tong gaan als voorproef op wie vannacht

in enige uren aanloop van opnieuw (een dag)


ijsvogels


Verschijnt in het raam een land van ijsvogels

dan kraken ijsbloemen op warme adem naar lippen

bewegen als herinneringen losgelaten haren langs wolken

niet door gespikkelde vlinders of de wind bezochte wegen

een huis de struik in een berm bevroren regenwater

verdwijnt aarde onder een witte in lichtstralen

verpakte glinsterende oppervlakte tekenen diezelfde

wolken van weer wat nevel voorbij de koude morgen

springen vlokjes het licht in een welving

van horizonnen laten vinger voor vinger schaduwen

glijden langs bomen wakker worden zich herhalen

woord voor woord een ademen (een dag)