VAN GOGH, Ruben
Oversteek
Er was een schaduw en een fiets
Er gleed een leven naar het niets
Mijn God, er is toch nog wel iets?!
Een nagebleven kinderlach,
Een lichtstraal deze nieuwe dag
Die altijd op je vallen mag?!
Laat alle bussen blijven staan
Laat iedereen naar nergens gaan
Maar jij, m’n jongen, kom weer aan!
1000 meisjesnamen
De lucht die zij verplaatst door langs te lopen
waait door me heen. Een hemelse orkaan
rukt gangliën uit hun verstild bestaan,
een felle stoot ontrafelt zenuwknopen.
De springvloed van sympathische beleving
bestookt mijn huid met golven rode blos.
De golven slaan kapot op mijn omgeving,
organen zinken, ankers breken los.
Dan is het stil… En door mijn netliesramen
zie ik in blauw, en in de zon weerkaatst,
de lucht die zij al lopende verplaatst:
een lichte bries met 1000 meisjesnamen.