HIEL, Emanuel
Van de ziel
Stijg ten hemel,
Daal ter helle,
Zweef de wereld
Om en om;
Beuk de bergen,
Demp de dalen,
Wend het water
Krom en slom …
Zult ge zoeken,
Voelen, vinden,
Plukken, proeven
Op den duur;
Als de schaduw
Aan uw lichaam,
Hangt uw handlen
Aan uw ziel …
’t Zal verweren
En vereren,
Of verteren
Uwe ziel.
Waar Maas en Schelde vloeien,
Waar Maas en Schelde vloeien,
De Noordzee bruist en stormt.
Waar vrede en kunsten bloeien,
De vrijheid mannen vormt.
Waar velden, wouden, weiden,
Als gaarden rijk beplant,
De weelde en vreugd verspreiden:
Daar is, daar is ons vaderland,
Daar is ons vaderland.
Daar stijgen uit het verleden
De Geus en Klauwaart op.
Zij hebben stout gestreden,
Verplet de vreemde kop.
Hun goed, hun bloed, hun leven,
Met mildheid steeds verpand,
Om ons te kunnen geven
Het vrije, vrije vaderland,
Het vrije vaderland.
O Nederland, o vrijheid
Gij adelt ons gevoel,
Wij zweren ook met blijheid,
Uw toekomst is ons doel.
Wij zullen, jonge scharen,
Steeds onze plicht gestand,
Met hand en hart bewaren,
Het heilig, heilig vaderland,
Het heilig vaderland!