Download document

PICARD, Leo



Evolutie van de Vlaamse beweging van 1795 tot 1950

…..
Het Luikse Prinsbisdom was weliswaar een tweetalig land. Het talrijkste en meest invloedrijke deel ervan was echter Waals. Het slagen van dit amalgamum van 1795 heeft de macht van Wallonië in de zuidelijke Nederlanden enorm doen toenemen en dit heeft de kansen van het amalgamum van 1814 ten zeerste doen dalen. Naast de Franse overheersing op zichzelf vormt die samenvoeging van Luik met ons oude land, wat trouwens ook een revolutionaire daad is geweest, de diepste oorzaak van de onderdrukking van het Nederlandse element in de staat van de burgerlijke heerschappij.

…..
De Noordelijke Nederlanden, geholpen, soms geleid door de meest energieke persoonlijkheden uit het Zuiden, hadden het wonder der gouden eeuw gewrocht. Na honderd jaren van naar alle zijden uitspattende energie had de renteniersmentaliteit zich laten gelden, waartegen thans nog gevochten moet worden. Het Zuiden, ontroomd door de emigratie was een zeer gewillige materie geworden voor de Contrareformatie.

…..
Vlaams petitionnement van 1840: “….. Dat men ter liefde van het Frans, duizenden vreemdelingen heeft in het land gelokt om ons nog meer te verfransen, hetzij door middel van dagbladen, hetzij door het openbaar onderwijs, hetzij door hun aanstelling in de aanzienlijkste posten; ….. Dat onze eenvoudige landslieden zeer dikwijls in boeten, processen en onkosten vervallen, uit hoofde zij de geschriften niet verstaan, die men hun ter hand stelt of doet ondertekenen;

Dat er op vele plaatsen geen burgemeesters, gemeentesecretarissen of andere ambtenaren kunnen gevonden of gekozen worden, in staat om met ’s lands hoogste overheid te corresponderen;

Dat een groot deel der bevolking zonder hulp van vertalers of van derde personen niet meer spreken kan met sommige magistraatspersonen en rechters;

Dat men een groot getal beschuldigden ziet vonnissen die geen enkel woord van de pleidooien of debatten verstaan, en dus hun eigen advocaten niet vermogen terecht te wijzen wanneer deze zich vergrijpen, in de middelen der verdediging:

Me één woord, de Franssprekenden hebben in ons land alle voorrechten en voordelen alleen: terwijl de Vlaamse burgerstanden, niettegenstaande zij de grote meerderheid der bevolking uitmaken, gedwongen zijn zich blindelings aan derzelver leiding over te geven, hetgeen één der grootste vernederingen is die een natie kan ondergaan……”
…..
er is in de eerste plaats het feit dat de Waalse boeren veel meer dan hun Vlaamse standgenoten eigen grond bewerkten. De gronden in Luxemburg en Namen waren lang niet zo vruchtbaar als die in de beide Vlaanderen, maar de boeren hadden meer een zelfstandig bestaan. Waar de prijzen stegen, en dat was het geval tot in de jaren tachtig de graaninvasie uit Amerika kwam, konden zij zelf de winst opstrijken (...) In Vlaanderen ging die winst voor het grootste deel naar de landheren, al of niet afstammelingen van de oude adel, en naar de renteniers in de steden. In ieder geval naar een verfranste stand.

…..

.