VERMEER, C.



Werklozencursus


Wij zitten weer als vroeger in de klas,

Als zoete kindren maken we onze sommen.

De pen, waarom zich onze vingers krommen,

Schuift langzaam langs 't papier met zacht gekras.


Wij reeknen uit hoe rijk of A wel was

Nadat hij had verloren en gewonnen.

En schrijven in het grootboek stil bezonnen

De rekeningen Kapitaal en Kas.


Wij zitten, grote kindren, in de bank

En maken sommen over 't harde leven

Dat ons met hoonlach en met spot verried.


Soms denken we ons weer jong, weer rein en rank,

Hoe blij wij ons aan 't leven wilden geven -

En in ons schreit een kind zijn groot verdriet