Download document

DE WACHTER, Dirk



De kunst van het ongelukkig zijn

…..
Geluk:

gunstige loop van omstandigheden

aangenaam gevoel van iem. die zich verheugt.


Dat lijken twee verschillende dingen. Het eerste omschrijft geluk als iets wat met externe factoren heeft te maken. Het tweede heeft het over een persoonlijk en tijdelijk gevoel. Het is geen toeval dat het hieronder over die dubbelheid zal gaan. Is geluk een hoogst individueel vluchtig iets, of heeft onze omgeving er op langere termijn invloed op?

De biologische oorzaak van een geluksmoment zijn gekend: endorfines (een hormoon of neurotransmitter) worden bij genot afgescheiden door de hypofyse, een kleine klier in onze schedel. Het effect is van korte duur. Zelfs als je heel erg goed nieuws krijgt, of heel erg geniet, zijn de aangename sensaties, die voortkomen uit ingewikkelde signalen in je hersenen, snel weer over. We zijn niet behept met een geluksgen dat ons continu in een roes doet leven. Wel zijn sommige mensen meer dan anderen in staat om geluk te voelen. Christine Van Broeckhoven, de grande dame van de Belgische genetica, stelt in Dat heet dan gelukkig zijn dat er sprake is van een ‘genetisch potentieel’ of een ‘aangeboren gedragspersoonlijkheid’. Naar het geluksgen en het zingevingsgen wordt veel onderzoek gedaan. Meike Bartels (hoogleraar genetica en welzijn) zegt in Trouw (10 oktober 2018): ‘Voor geluk kun je genetische aanleg hebben. De een ervaart van nature makkelijker geluk dan de ander. Wat niet betekent dat een zeker niveau van geluksbeleving onbereikbaar is voor iemand die minder aanleg heeft. Hij moet er alleen harder voor werken.’

Dat laatste klinkt hard voor wie net wat kwetsbaarder is dan vele anderen. En het zijn die kwetsbare en gekwetste medemensen die ik vaak in mijn praktijk ontmoet. Ik zie hen doorgaans niet in gelukkige tijden. Ik zeg soms dat ze niet altijd moeten vechten tegen dat sombere gevoel. Dat ‘harde werken’ om zich beter te voelen hoeft niet continu te gebeuren. Als het nog niet lukt om weer naar het werk te gaan, dan mag dat. Het is goed om het streven naar weer beter worden eens los te laten. Je mag wel eens gewoon met de stroom meedrijven. Als ik dat besluit, is zo’n patiënt zichtbaar opgelucht. Niet alleen omdat hij toelating krijgt om nog wat langer thuis te blijven en nog niet moet gaan werken. Maar vooral omdat hij ziet dat ik hem geloof. Als gevoeligheid je parten speelt, zou niet moeten gevraagd worden om harder te werken voor je geluk.

…..