CORSEN, Charles
| 
            
               
            
               zal je weer bij me zijn, morgen als de papaya ritselig zingt, morgen, als paarse hanen de zon toekraaien, morgen, als ik er niet meer ben? Morgen! wat al niet ligt er in één woord verscholen, wat nauwe straten, waarin wij moeten dolen, wat een jammeren van te voren! Morgen! Morgen zal je weer bij me zijn, morgen, als ik er niet meer ben? | 
 | 
    
      
    
      
    Dan
  
    
      
    Als vannacht
  
eergisteren wordt;
en de klacht
van de oude grammofoon
uit hoon
voor voorbije blijdschap
krassend zingt...
de stap van tijd verft
alles zwart
en kerft
wrede wonden op het venster.
    
      
    
      
    Vang aan
  
    
      
    Vang aan
  
met vlag en vuist
de schorre melodie
van trage kinderjaren!
    
      
    Vang aan
  
met tranend oog
het wenen en het beuken
waarop wij moeten varen!
    
      
    Vang aan
  
o, God, vang toch aan
en laat me dan bedaren!