Download document

DE CAUTER, Lieven



Interview Knack 06/10/2022 door Walter PAULI

…..
Lieven De Cauter : Enkele van mijn Iraanse studenten, vooral van de architectuurschool Sint-Lukas in Brussel, hadden mij ingelicht over een betoging die de beweging zou steunen die in hun land protesteert tegen het verplicht dragen van de hoofddoek. Tot mijn verbazing en vreugde was het een grote manifestatie. Ik heb al aan zéér veel betogingen deelgenomen, en jammer genoeg was daar vaak anderhalve man en een paardenkop aanwezig. Dit keer waren er twee- tot drieduizend demonstranten.


Maar dus vooral Iraniërs, schrijft u, en amper Belgen.


De Cauter : Spontaan dacht ik: hier zou heel links aanwezig moeten zijn, en zeker iedereen met sympathie voor de feministische zaak. Het kan natuurlijk dat er weinig tijd was geweest om te mobiliseren – twee dagen, naar ik vernam – en dat de usual suspects die je op elke betoging ziet gewoon niet wisten dat de manifestatie zou plaatsvinden. Maar hun afwezigheid was zo opvallend dat ik vermoedde dat er iets anders achter zat. Die vermoedens heb ik dus neergeschreven. Harde bewijzen voor mijn stelling had ik niet. Daarom heb ik er na het indienen van mijn tekst nog even aan gedacht om aan Lode Vanoost, de hoofdredacteur van De Wereld Morgen, te vragen of hij die zinnetjes eruit wilde halen.

…..
De Cauter : Ik kon mij niet van de indruk ontdoen dat het binnenlandse hoofddoekendebat er voor iets tussen zat. Daarom heb ik in het stuk vastgesteld dat links blijft worstelen met de hoofddoek. Ook veel feministen van Maghrebijnse afkomst zijn thuisgebleven. Marokkaanse en Turkse intelligentsia waren er evenmin.

Niet alleen staat op de websites van de Vrouwenraad en van 11.11.11. niets over de betoging, je vindt er zelfs nog altijd geen letter over het zeer massale protest in Iran. Een uitzondering is RoSa, het Belgische kenniscentrum voor gender en feminisme. Dat stelde zich eind september de vraag: ‘Vrouwen, leven, vrijheid. Wat gebeurt er in Iran?’ Maar verder is de stilte van zowat alle linkse en feministische organisaties opvallend.


De Cauter : Noem het een vorm van buikgevoel, maar waar zijn de verwondering en het onbehagen? Normaal gezien zie ik op betogingen liever niet te veel spandoeken van politieke partijen of grote organisaties. Meestal vrees ik een recuperatie van het protest. Als we voor een beter klimaatbeleid betogen, doen we dat als verzamelde burgers. We zijn het over bijna niets eens, maar wel over het feit dat de wereld naar de vaantjes gaat als er niets wordt gedaan aan de opwarming van de aarde. Door samen op te stappen, overstijgen we onze verschillen. Dat geldt des te meer als we het protest in Iran steunen, omdat die case zo klaar is. Dat is bijvoorbeeld niet het geval als ter linkerzijde gedebatteerd wordt over de oorlog in Oekraïne en de NAVO ter sprake komt. Maar dat gaat toch niet op voor het protest tegen de verplichte hoofddoek en het regime van de mollahs? Dat is toch haast… kleuterachtig klaar. Kijk en lees Persepolis, het autobiografische werk van Marjane Satrapi, zowel de film als de strip. Dan is het toch zonneklaar dat een ooit zo gecultiveerd volk als de Iraniërs nu al decennia onder de knoet wordt gehouden door de mollahs en de conservatieve krachten die hen steunen?

…..
De Cauter : Dat bedoel ik. Zeker in linkse Brusselse kringen is de PVDA alom aanwezig. Ze hebben in elke organisatie van enige omvang oren en ogen. Hoe is het mogelijk dat ze niet van deze manifestatie op de hoogte waren?

Het stilzwijgen ter linkerzijde is algemeen. De vakbonden klemmen de lippen op elkaar, net als Vooruit. Alsof er geen buitenland meer bestaat. Groen maakt op zijn site wel duidelijk dat het meer steunmaatregelen wil om de honger in Afrika te bestrijden en dat het boos is om de Israëlische schending van de mensenrechten in Palestina. Juist daardoor valt het stilzwijgen over Iran op.

…..

Het principe is nochtans eenvoudig: de overheid hoort in België niet te bepalen hoe een vrouw zich kleedt. En in Iran evenmin.


De Cauter : Dat is zo. Wij hebben niet te beslissen over de kledij van de Iraanse vrouwen, noch over die van de Marokkaans-Belgische vrouwen. Dat betekent niet dat ik het altijd eens hoef te zijn met wat gedaan of gelaten wordt in naam van een godsdienst. Als een moslima weigert om mij de hand te schudden – wat mij al is overkomen – heb ik ook het recht om te zeggen: ‘Diep in mijn hart ben ik tégen de hoofddoek.’ Ik ben namelijk tegen het signaal dat je met de hoofddoek geeft: onderwerping, kuisheid, verplichte trouw aan godsdienstige regels. Dat zijn begrippen die mij doen gruwen. Ik krijg dan als antwoord: ‘Westerlingen begrijpen de hoofddoek niet. Ze begrijpen de antropologische aspecten er niet van en maken van de hoofddoek iets wat er niet is.’ Wel, ik betwist dat. Zoals zo veel landgenoten heb ik een tante nonneke. Zeker katholieken begrijpen heel goed dat het bij het dragen van een hoofddoek gaat om een kuisheidsgelofte, een abdicatie van de wereld en een onderwerping aan iets hogers. De hoofddoek van onze kloosterzusters heeft dus véél weg van die van de moslima’s.

‘Veel Iraniërs willen hun land terug, en hun cultuur, die bijzonder literair, geraffineerd, complex en tolerant is.’


Het blijft nodig om te benadrukken dat een democratische staat ook een seculiere staat is.


De Cauter : Des te meer omdat het recht naar de kern gaat van het Iraanse ‘vrouwenprotest’: de hoofddoek ís een teken van macht en onderdrukking. In De Standaard zei de Iraanse dissidente Masih Alinejad: ‘De hoofddoek is onze Berlijnse Muur. Als we die neerhalen, bestaat de islamitische republiek niet meer.’ Dat een vrouw gedood werd voor een hoofddoek, maakt de mensen zo boos dat ze zeggen: ‘Weg met het regime.’ Ze willen dus een seculier land. Vandaar het grote belang van hun slogan: ‘Iran yes. Mollahs No.’ Veel Iraniërs willen hun land terug, en hun cultuur, die bijzonder literair, geraffineerd, complex en tolerant is. Het is het land van Duizend-en-een-nacht. Je kunt dat werk allerminst kleingeestig noemen. Zelfs naar onze normen is het een bijzonder vrijmoedig verhaal. Het begint met een orgie in de paleistuin. Toen mijn dochters jong waren, heb ik hen dat boek willen voorlezen, en al snel heb ik besloten dat de tijd er nog niet rijp voor was. ( lacht)’

…..