DE CORTE, Jules
Ik zou wel eens willen weten
Ik zou wel eens willen weten, waarom zijn de bergen zo hoog
Misschien om de sneeuw te vergaren
Of het dal voor de kou te bewaren
Of misschien als een veilige stut voor de hemelboog
Daarom zijn de bergen zo hoog
Ik zou wel eens willen weten, waarom zijn de zeeën zo diep
Misschien tot geluk van de vissen
Die het water zo slecht kunnen missen
Of tot meerdere glorie van God die de wereld schiep
Daarom zijn de zeeën zo diep
Ik zou wel eens willen weten, waarom zijn de wolken zo snel
Misschien dat 't een les aan de mens is
Die hem leert hoe fictief een grens is
Of misschien is het ook maar eenvoudig een engelenspel
Daarom zijn de wolken zo snel
Ik zou wel eens willen weten, waarom zijn de mensen zo moe
Misschien door hun jachten en jagen
Of misschien door hun tienduizend vragen
Liedje voor de hopelozen
Ik zing een liedje voor de hopelozen
Die levenslang nog nooit werden verstaan
Misschien omdat zij andere wegen kozen
Die wij met goed fatsoen niet durfden gaan
Wij leven immers langs een vaste baan
Bezaaid met dogma's en met zekerheden
Waarmee we zijn vertrouwd van kinds af aan
Die stammen uit een schoon en ver verleden
Misschien hebben zij vroeger ook gebeden
Misschien met zoveel meer geloof dan zij
Die het alleen op vaste uren deden
als ging het om een alledaags karwei
Zij wilden niet meer verder in de rij
De vromen die hoewel ze goed belijden
Elkaar in zijn naam dagelijks bestrijden
Ten bate van hun kerk of hun partij
Was steeds het koren van het kaf gescheiden
De mens die dorstte naar gerechtigheid
Had niet steeds dieper hoeven af te glijden
Tot in het nihilisme van zijn tijd
Nu is hij al zijn hoop en houvast kwijt
En zoekt vergeeft naar ongeschonden rozen
En strijd vergeefs zijn hopeloze strijd
Ik zing een liedje voor de hopelozen
Het Bruidspaar
Bottom of Form
Het jonge paar kwam stijfgearmd van het stadhuis
Geëscorteerd door slechts een paar familieleden
Er zou geen bruiloft zijn, omwille van de vrede
Alleen een heel bescheiden schijnreceptie thuis
En in de ouderlijke woning van de bruid
Kreeg iedereen een kopje thee en een gebakje
Er waren vier felicitaties plus een pakje
En na een uur liet men de laatste gasten uit
Toen was het allemaal gelukkig weer gewoon
Ze gingen zwijgend naar hun zolder met zijn beiden
Waar niemand zag hoe hij haar troostte toen ze
Schreide
En vijf maand later werd ze moeder van een zoon
Die kreeg de namen van papa aan vaders kant
Als een gebaar van goede wil aan de familie
Men stuurde kaartjes rond naar ieders domicilie
En plaatste voorts een advertentie in de krant
Welnu, de enige die kwam was Truus van Hoof
En alle anderen lieten taal noch teken merken
Die zaten 's zondags vroom en vredig in hun kerken
Om God te danken voor hun spijkerhard geloof
Kleine Anita
Nu is kleine Anita nooit meer bang
Niet voor de grote honden van oom Jozef
Niet voor de ogen van de vreemde mensen
En ook niet 's nachts, al is het nog zo donker
En als het stormt vindt ze dat echt niet erg
Kleine Anita is ook nooit meer stout
En lastig met het wassen of het eten
Niet huilerig of plagerig of kattig
Broertje mag voortaan best met alles spelen
Ja, als hij wil zelfs met het poppenhuis
Kleine Anita is ook nooit meer moe
En nooit zal zij meer pijn hoeven te lijden
En zeker niet zo erg meer als die middag
Toen ze haar stervend van de straat opraapten
Wat weer eens oponthoud gaf in het verkeer