Download document

RITSCHL, Giza



Beguine

(bewerkt door Ferry HEIJNE)

Ik zing, ik drink, ik lach, ik dans

Terwijl mijn harte weent.

Mijn ogen schitteren in wilde glans

Terwijl mijn harte weent.

Verneem de zangen die ik zing,

En drink met mij de wijn.

Volmaakt mijn zelfbegoocheling,

Bedwelmend moet het zijn.

Ik zing, ik drink, ik lach, ik dans

Terwijl mijn harte weent.

Mijn ogen schitteren in wilde glans

Terwijl mijn harte weent.

Verneem de zangen die ik zing,

En drink met mij de wijn.

Volmaakt mijn zelfbegoocheling,

Bedwelmend moet het zijn.

Aan mij is er toch niets verbeurd,

Mijn ziel geniet en lacht!

Het ergste is nu toch gebeurd:

Mijn lief verliet mij vannacht.


De dood is gekomen


De dood is gekomen,

De dood in mijn dromen,

De dood nam mijn hart,

De dood wreed en hard.


De dood heeft genomen,

De dood zonder schromen,

De dood met zijn kracht,

De dood in de nacht.


De dood ging stil zweven,

De dood met mijn leven,

De dood wie het beliefde,

De dood en mijn liefde.


Ik ontwaakte uit een droom


Ik ontwaakte uit een droom,

Nu zing ik mijn liedeke weer.

Het klinkt zacht en schoon,

Het klinkt lief en teer,

Mijn lied dat ik nu zing.

Voor U mijn lief, mijn lieveling

Mijn droom, mijn lied, en gij!

Gij zijt mijn licht, mijn leven.

Toe, hoor alleen naar mij!

En laat ik U mijn liefde geven,

Neem wat ik U bied!

Toe neem maak mij blij,

Neem mijn droom, neem mijn lied,

Neem, neem alles van mij!


Voor geen koning wil ik wijken


Voor geen koning wil ik wijken,

Voor geen prins of rijke vorst,

Ik wil tonen, ik wil bereiken,

Ik, die vroeger nimmer dorst.


Voor geen machten wil ik zwichten,

Met geheven hoofd steeds voorwaarts treen,

Voor geen strijden, voor geen richten,

Voor niemand deinzen, neen, neen, neen!


Voor niemand buigen, voor niemand beven,

Voor niets, al is het ook sterk in macht,

Maar leven, leven, mijn eigen leven,

In mijn eigen licht, in mijn eigen kracht.


Mijn moederland


Mijn moederland, het land van de wijn,

Mijn moederland, graag wou ik bij U zijn.

Mijn harte weent, het verlangen slaapt,

Maar de hoop in mij, zij wacht en waakt.


Mijn moederland, gescheiden van U,

Zing ik mijne liedjes nu.

Doch Uw schijn licht mij van ver

En de hoop leidt mij als een mooie ster.


Op duin en heide zwerf ik hier,

Mijn liedren stijgen trots en fier.

Hier drong zich de liefde in het harte mij


En de hoop in mij zingt zacht en blij!

Mijn moederland, het land van de wijn,

Mijn moederland, graag wou ik bij U zijn.



Mijn liefde


Mijn liefde ging in weemoed over,

Voorbij is de pracht, het licht, de tover,

Gedoofd zijn de vlammen, geblust het licht,

Nu ga en sta ik met blind gezicht.


Mijn ziel werd zeer zwaar beproefd,

Mijn hart ziek en diep bedroefd;

Mijn gemoed heel somber, kil en koud,

Mijn trekken vaal, moe en oud.


Mijn leven gaat nu doelloos heen,

Ik leef, doch ach, in vrees alleen;

In kwelling, onrust, angst en nood,

Ik verwacht niets meer, alleen de dood.