SCHOEVAART, Frank



Er is zomaar een man in slaap gevallen


Er is zomaar een man in slaap gevallen

Nou vraagt u mij, wat daar zo mooi aan is

Ten eerste was het dus een prachtig lichaam

Dat ten eerste

En daarbij komt

Jezelf zo uit te stallen

Dat is uitbundigheid die mij volstrekt verstomt


Hij lag zo bloot, die man, zo bloot te wezen

Je vraagt je af: hoe komt die man daaraan

Ik wist gelijk; die is van God gezonden

Ja, dat wist ik

Zo onbeschermd

En toch zo niets te vrezen

Hij kwam voor mij, hij had zich over mij ontfermd


Ik was verbaasd

Ik was verbaasd

Verbaasd, dat is het woord

Mijn eigen blik

Had mijn gezichtsveld

Steeds verstoord

Ik had gewacht, op hem had ik gewacht

Ik was vervuld in alles wat verlangde

Er was geen wens die in mijn hoofd nog taalde

Nee, geen enk'le

Ik was verknocht

Aan alles wat hij bracht

Ik wist niet dat het er zo uitzag wat ik zocht


Er is zomaar een man in slaap gevallen

Er is zomaar een man in slaap gevallen