VEKEMANS, Dirk


Maritiem

Omdat je toen toch zo doordacht
het kleine meisje speelde
& elkeen die naar je lachte
vol ontzetting na één nacht
nooit meer uit zijn woorden kwam;

omdat de giechel mij beviel
waarmee je om het leven gruwde
& elke waarheid die ik sprak
je even kostbaar was als het ivoor
dat in je mond vergeelde;

omdat er verte in je ogen stond
& schoonheid zich die tijd
met jou had aangekleed:

kom & berg nu blozend maar
je sterren in hun kastje
gooi onachtzaam al je linnen
aan de haak, pulk dat strakke koordje
van je haardot los, snoer je leegte
rond het mastje dat ik maak.