BOGAERT, Paul


Dek me toe

Zeg me dat het tijd is, zeg me dat ik moe

ben, geef niet toe aan verzet,

geef me een washand, de beer die ik ken,

wijs me een bed, dek me toe,

ruik naar zeep, vertel mij hoe

prinsessen slapen als bij wonder

en verdwijn maar, ga niet te

ver, stop mij onder, dek me toe,

laat mij alleen, strooi in mijn ogen

geen zand, breng geen lied ten

gehore, verzoen mij niet met de nacht,

doe wat ik doe, dek me toe.


Gelijk men kakkerlakken ziet

Gelijk men kakkerlakken ziet

(die men ook later in de taartvorm vindt),

zo kan men reageren op wat de wandklok toont.

Niet op de uren die in muren dringen

van woonst of werkvertrek.

Maar op de uren die, van de wijzers afgespat,

verdwijnen en verdwenen zijn,

hoewel ze in glitterpakken

op het netvlies hangen.

Dit is wat ons de wandklok toont.



Als het niveau zakt


Haar kennende opent zij
als het niveau zakt
een extra blik van Slomer en Lomer.

Hem kennende
glijdt hij als het niveau zakt
met zijn klikken en klakken erin.

Hem kennende zegt ze:
‘Zie je de vogel van verf en
zie je hoe verlegen de afgrond wel zwijgt?’

Terwijl het geluid wordt geregeld,
blijven ze hangen
tussen bewogen worden en bewegen.