Download document

KNEPPELHOUT, Johannes (Klikspaan)



Studenten-typen
…..
Het geval met de luitenant had de laatste slag toegebracht aan de zweem van orde, welke nog in de Leeszaal overgebleven, doch in de Noodzaal sedert een' geruime tijd geheel verdwenen was. Tafeltjes, stoelen, banken raakten uit de voet: nergens enige opstopping, alles vrije baan. De dronkenschap was plotseling algemeen, onweerhouden. De muziek zweeg sedert lang zonder dat iemand haar miste. Het leven, hetwelk haar reeds, eer zij nog ophield, onderworpen had, was nu een storm geworden en elk student een onstuimige golf van een opgezette zee. Niet onbehagelijk was het die vloed van uur tot uur langzaam te zien opkomen, tot hij eindelijk alles overspatte en overstroomde. Het was een gekrioel door elkander, waarvan geen denkbeeld te maken was, een gekruis rechts en links, over en weder, een gewemel, een gewriemel, een geschater, een gesoes, een gegil, een gejuil, een gejubel! en geen enkel redelijk woord! O! welk een onuitsprekelijk genot de lieve wijn in de man te gieten en de wijsheid voor een ogenblijk in de kan te stoppen! en hoe de wijsneus, die nuchter blijft, met lede ogen wordt aangekeken door de weinigen, die nog de gaaf der onderscheiding niet geheel hebben verloren. Horen en zien vergaan; de kelen zijn hees geschreeuwd, de academische jeugd vaart voort in hare ongeregeldste uitspatting, al hare levenskrachten tot een verbazende reeks knaleffecten inspannende. De tijd is eeuwigheid geworden voor haar brein; en de wereld, hare wereld, bepaalt zich tot de kroeg, zich in onbestemde, liefelijke dampen hullende, waarvoor alleen het punt, waarop zich hare rusteloze aandacht voor een ogenblik vestigt, helder, bestemd, vrolijk, en met vreemde kleuren afgezet, uitkomt. Nauwelijks een stoel om te bekomen van de ras voorbijgaande zwijm! geen tafeltje om een glas of fles op te laten rusten. Maar wat scheelt het? Beide in de hand gevat en daarmede rondgelopen als een bezetene, of op de grond er mede en aan stukken, zo het er op aankomt een broeder om de hals te vallen.

…..