GERRITSEN, Liselotte
Als ze als kind
Als ze als kind niet altijd zo stil had hoeven zijn
Had ze vandaag misschien het hoogste lied gezongen
Als ze als kind niet altijd zo alleen was geweest
Had ze vandaag misschien allang iemand gevonden
Als ze als kind niet altijd zo bang had hoeven zijn
Had ze vandaag misschien van iemand durven houden
Als ze als kind niet altijd zo'n puinhoop had gezien
Had ze vandaag misschien kastelen kunnen bouwen
Als ze als kind de warmte van de zomer had gekend
Was ze die warmte in haar winter nooit verloren
Als ze als kind de warmte van een nest had gekend
Had het haar hele leven lang niet zo gevroren
Als ze als kind niet al zo oud had hoeven zijn
Had ze vandaag nog een kinderlied gezongen
Als ze als kind gewoon een kind had kunnen zijn
Was ze vandaag als een kind opnieuw begonnen
WIE
wie heeft de zon uit je gezicht gehaald
wie heeft het licht in jou gedoofd
wie heeft je rooie wangen bleek gemaakt
wie joeg de dromen uit je hoofd
wie brak jouw kleine hart
kleurde je ogen zwart
wie is niet nagekomen wat hij heeft beloofd
wie heeft het lachen in je keel gesmoord
heeft je vuisten zo gebald
wie heeft dat onbevangen kind vermoord
dat altijd opstaat als het valt
wie boog jouw rechte rug
trapte je speelgoed stuk
wie brak je vleugels in de vreugde van hun vlucht
wie is er zo aan jou voorbijgegaan
wie verraadt hier jouw geloof
wie houdt zich voor het kraaien van de haan
na de derde keer nog doof
wie is het die vergat
dat jij de toekomst had
wie heeft jou net als ik te weinig lief gehad