OZON, Diana
Voor mijn voorgangster
Ik draag jouw schoenen
Je hebt ze achtergelaten en
we hebben dezelfde maat
Mijn vingers woelen door
het onkruid
Jij trekt het nooit meer uit
Overal tref ik jouw schoonheid:
een plan van kleuren en planten
Dankbaar strelen mijn handen
werkdoeken, schepjes en harken