DELA MONTAGNE, Victor



Antwerpen


En aan de wilde Schelde,

daar rijst de grijze stee,

op alle watervelden

draagt schip bij schip, als eertrofee,

haar wapens en haar kleuren mee....

Hoezee de wilde Schelde,

hoezee de grijze stee


Aan Vlaandrens stroom, de wilde,

daar ligt de kunstenstad,

tresoren puur en milde,

der eeuwen erf, der eeuwen schat,

houdt ze in haar stenen schrijn gevat....

Hoezee de stroom, de wilde,

hoezee de kunstenstad!


Aan wiegelende wellen

daar rijst ze in 't blauw verschiet:

de blanke zeilen zwellen,

de beiaard zingt zijn helder lied:

't is weelde en rijkdom, waar gij ziet....

Hoezee de blauwe wellen,

de stede in 't klaar verschiet!


En aan de wilde Schelde,

daar rijst de grijze stee;

de geest van onze helden

hun moed in nood, hun vlijt in vree,

leeft voort in hare zoons.... Hoezee,

Hoezee de wilde Schelde,

hoezee de grijze stee!



Er is een land


Er is een nooit volprezen land,

vermaard aan ieder wereldstrand,

een land, door de eeuwen heen begroet

om mannendeugd en mannenmoed!

dat land der vrijheid nauw verwant

is 't Vlaamse Vaderland.


Er is een stroom, die zeewaarts spoedt,

die als een zeeë golft en woedt,

die duizend ranke kielen draagt

en waar hij vloeit 's lands welvaart schraagt!

Die forse stroom die zeewaarts spoedt,

is Vlaandrens Scheldevloed.


Er is een taal, harmonisch zoet,

vol klankgetover, kracht en gloed,

die als de stormen brult en loeit,

die als de beke klaatrend stoeit,

die taal, der talen wieg en baak

is Vlaandrens moederspraak!


En aan die taal, die stroom, dat land

is 's Vlamings hart en ziel verpand,

hij zweert ter hunner weer bereid

hen liefde trouw in eeuwigheid!

En hoe ons volk dien eed betracht

dat tuigt het voorgeslacht!