WIENER L.H.



Jansen

….
Jansen ontsloeg mij namelijk niet. Goed, aanvankelijk was hij het wel van plan geweest, hij had zelfs gedreigd de politie in de arm te nemen maar nadat ik hem heel onderdanig en berouwvol had gevraagd me nog een kans te geven, had hij zich laten vermurwen en wilde hij het nog een keer met me proberen. Doch in plaats dat ik hem daar dankbaar voor was begon ik hem te haten. Ik voelde me vernederd, ja, het was zelfs zo vreemd met me gesteld, dat ik me op hem wilde wreken. Ik wilde hem zijn edelmoedigheid betaald zetten. Zo moet het wel geweest zijn, wat zou ik anders voor reden gehad kunnen hebben om zo haatdragend te zijn. En eerlijk gezegd vind ik dit niet eens een reden. Maar goed, ik was nog jong.

Op een keer, een rustige middag, trof ik hem aan in gezelschap van een van de serveersters; de omstandigheden waren hoogst compromitterend. Ik greep het voorval aan om Jansen te chanteren. Het was voor mij in feite een buitenkansje, dat het meisje Jannie zo'n sterke aantrekkingskracht op hem uitoefende. Op voorwaarde dat de gehele opbrengst van de lift voor mij zou zijn, verzweeg ik het gebeurde voor Jansen's vrouw. Wanneer men nu bedenkt dat de lift meer dan drie honderd gulden per week opbracht, dan kan men zich wel voorstellen hoe zoet mijn wraak was. Wat ik destijds heb gedaan was schandalig en eerlijk gezegd valt het me nu nog moeilijk te geloven dat ik me zo misdadig heb misdragen.

Ik belde Jansen doodleuk op en vertelde hem wat ik met hem voor had. Hij zweeg een poosje en zei toen dat hij geen keus had. Ik had goed geraden, zijn huwelijk was hem meer waard dan de lift.

…..