BYRON
Don Juan, Canto XV, Stanza 99
’Twixt night and morn, upon the horizon’s verge. How little do we know that which we are! How less what we may be! The eternal surge Of time and tide rolls on, and bears afar Our bubbles; as the old burst, new emerge, Lash’d from the foam of ages; while the graves Of empires heave but like some passing waves.
…..
|
tussen nacht en morgen, aan de horizon ginds ver. Wat weten we weinig van wat is ons eigenste gemoed! Nog minder van wat we kunnen zijn! De eeuwige stoet van tijd en getij rolt maar aan, en draagt mijlen her onze bubbels; als d'oude barsten, komt nog een vloed, gestuwd door eeuwen schuim; een graf wordt gedolven voor wereldrijken die deinen als voorbijgaande golven.
…..
|